Webshops en postorderbedrijven als Wehkamp zetten in het tweede kwartaal 11% meer om, zo blijkt uit cijfers van het CBS. De verkoop in stenen winkels daalde 1,5%. Daarmee was de krimp wel kleiner. De ontwikkeling is echter duidelijk: terwijl de consument al minder uitgeeft, groeit de populariteit van online kopen, ten koste van de fysieke winkels. De smartphone, steeds meer mensen hebben er een, helpt bij de ontwikkeling. Google liet het onderzoeken en het blijkt dat mensen op hun mobiel vooral naar informatie over producten en diensten. Van de Nederlanders gebruikt 40% zijn mobieltje dagelijks om iets op te zoeken. Dat doen ze bijvoorbeeld als ze ergens moeten wachten, tijdens hun werk, onder een afspraak en tijdens het winkelen. Het meest wordt er gezocht naar: productinformatie (58%), horeca (38%) en reizen (36%). Wat gebeurt er met de informatie die men via de smartphone heeft gevonden? 26 % van de gebruikers besluit een product online te kopen, 17% koopt het product in de winkel. De conclusie is dat wie iets wil verkopen aanwezig moet zijn waar de consument hem via zijn smartphone kan vinden. Deskundigen als Cor Molenaar voorspellen dat winkels internet en smartphone in hun winkelverkoop en presentatie integreren. Het is daarbij noodzakelijk dat winkels gaan samenwerken.