De belangenbehartiger voor ondernemers in de detailhandel vraagt gemeenten ook de hoogte van de onroerende zaakbelasting (OZB) aan te passen aan de actuele economische omstandigheden. Juist in de tijd dat de omzet van de winkeliers daalt, stijgen de tarieven. Gemeenten moeten bezuinigen en zien kansen op extra inkomsten bij de ondernemer door de verhoging van belastingen. Dat kan flink uit de hand lopen. In Hoorn, de duurste gemeente, moet een ondernemer €1.765, - betalen voor een verlicht naambord aan de gevel. Dat bedrag staat in een onderzoek van Detailhandel Nederland naar de reclame-, precario- en onroerende zaakbelasting van de 60 grootste gemeenten in de periode 2010 - 2013. De gemeenten in Nederland halen dit jaar 35% meer binnen aan reclamebelasting dan in 2010.
De precario, belasting voor voorwerpen op, boven, of onder gemeentegrond, is sinds 2010 met 12% gestegen. Gemeenten zijn creatief in het bedenken van redenen om een extra belasting te heffen: van het plaatsen van een vuilnisbak op de stoep, tot het gebruiken van een rolluik tegen inbraken. Alphen aan den Rijn is een uitzondering: in die gemeente is de precariobelasting geschrapt. Ook de ozb voor hurende winkeliers stijgt jaarlijks. Juist in een economisch lastige tijd is die moeilijker op te brengen door de winkelier. Detailhandel Nederland roept gemeenten op de precario- en reclamebelasting te schrappen en stelt voor dat winkeliers tot twee meter van de gevel van het pand uitstallingen of luifels mogen plaatsen zonder daarvoor belasting te moeten betalen. “Uitstallingen, luifels en naamborden zijn onderdeel van een winkel,” aldus Detailhandel Nederland.